Narok, Kenya - Polarsteps

Zo… op naar de Maasai! Na eerst wederom bijna een uur te laat te worden opgehaald en bijna te worden afgezet bij de verkeerde meeting point, ontmoetten we eindelijk Robert, baas van de plaatselijke Maasai clan. Met in totaal 5 uur aan African massage (hobbelige wegen) op zak arriveerden we bij de hut van Robert, onze eerste slaapplek. Dat was even back to basics: amper licht, overal vee, toiletteren in een kuil en koken op één gasfust. Maar wat een hartelijke mensen! Na een voortreffelijk maaltje van Joshua (onze eigen Maasai-chef) gingen we op tijd onder de wol (letterlijk) om ons op te laden voor de tocht die komen zou. En wat een tocht was dat: net te laat bij de slacht van het door ons bestelde geitje (Dy baalt er nog steeds van — voordat we onze hulp konden aanbieden was de daad al verricht), maar op tijd om de preparatie van A-Z mee te maken (zie foto’s), onder begeleiding van Peter, Joshua, Manuel, William en de ezels, 22 km op dag 1, 17 km op dag 2 en 10 km op dag 3. Wie denkt dat wilde dieren alleen in het nationale park rondlopen komt van een koude kermis thuis; tijdens onze tocht hebben we alles gehoord of gezien. ‘S nachts je tent uit om te plassen? Eerst goed luisteren of er geen buffel of nijlpaard in de buurt graast. Onze Maasai vrienden hadden genoeg verhalen in petto over hoe wreed deze dieren kunnen zijn (met name op de plekken waar wij kwamen, omdat deze dieren op die plekken geen mensen gewend zijn). Meerdere keren moesten we stoppen met praten voor het mogelijke gevaar van buffels, zijn we gestopt om te horen of er geen (agressieve) olifant dichtbij was, kwamen we resten van door een roofdier opgegeten dier tegen, en hebben we bij het kampvuur in het pikkedonker achterom gekeken of we niet beslopen werden door hyena’s, leeuwen of luipaarden (die laatste hebben we oprecht gehoord). Niet echt bevordelijk voor de nachtrust, alhoewel het voor de Maasai zelf was alsof er een duif op het balkon zit. We hebben grootse bewondering gekregen voor hoe deze mensen in het leven staan. Enerzijds heel bewust van de nieuwste snufjes (een smartphone hebben ze gewoon) en anderzijds nog blijven hangen in de 19e eeuw (hele maaltijden prepareren in één vuurtje met behulp van rivierwater). Ze kennen de natuur zo op hun duimpje dat alles gesneden koek voor ze is. In het donker koken is bijvoorbeeld geen enkel probleem en wat smaakt zo’n arm geitje dan goed na zo’n lange wandeling. We waren wel blij om na drie lange en zware dagen weer naar de bewoonde wereld te kunnen, maar wat was het een ervaring! De komende dagen staan in het teken van motorsafari. Op tweewielers door de woestijn crossen, gaat weer iets moois worden!
  1. Guatemala & Belize
  2. Narok