Louangphrabang, Laos - Polarsteps

De bus vertrok helaas al om 06:50 en we hadden het redelijk laat gemaakt op onze laatste avond in China. Ik ben weleens makkelijker uit bed gekomen. Vanuit Jinghong naar de grens was ongeveer 3 uurtjes. Je ontvangt een visum voor 1 maand en je betaalt daar $ 35,00 voor. Naast de officiële valuta, de Laotiaanse Kip (ja echt, de Kip) betalen ze ook veelal met de Amerikaanse Dollar. Daarna was het nog een goede middag rijden naar onze eerste stop in Laos, Huoay Xai. Een grensplaats gelegen aan de Mekong rivier, met uitzicht op Thailand. Het is een klein dorpje waar niet heel veel te beleven valt, maar het is wel de perfecte uitvalsbasis voor de Mekong slowboat naar Luang Prabang, de tweede stad van Laos. Bij m’n eerste bezoek aan Laos in 2014 heb ik deze boot ook genomen en dat was goed bevallen! Voordat we de rivier op gingen zijn we eerst drie dagen de jungle in gegaan om onze ‘innerlijke rust’ een beetje terug te vinden na vijf weken in China. We boekten de zogenaamde Gibbon Experience. The Gibbon Experience is opgezet om het woud van het Bokeo Nature Reserve te beschermen. Je betaalt wel een redelijk bedrag ervoor maar het geld komt goed terecht en je hebt de kans om twee nachten te slapen in een boomhut in het regenwoud. De enige manier om bij de boomhut te komen is door middel van stevige hikes en ziplines. Een gibbon is een soort mensaap en wordt door de vele kap van tropisch woud met uitsterven bedreigd. We hebben er lang over getwijfeld omdat het niet goedkoop was, maar achteraf gezien was het elke cent waard. De eerste dag kwamen we als groep bij elkaar en kregen we een briefing met de veiligheidsinstructies. Na een rit van twee uur bevonden we ons al midden in de jungle. Na de lunch kregen we onze gidsen toegewezen en moesten we ons harnas omdoen. Een groot deel van de ervaring is dus het hiken van zipline naar zipline. Daarnaast is het ook de enige manier om door de jungle bij je slaapplek te komen; je ziplinet letterlijk je boomhut in. In het totaal hebben ze tien boomhutten en wij hadden per toeval eigenlijk de beste boomhut gekregen. De gidsen konden perfect Engels en waren een geweldige aanvulling op deze dagen. We hadden een prachtig uitzicht over het groene dak van het regenwoud. En we hadden nog meer geluk: al de eerste ochtend werden we wakker gemaakt door de gibbons met hun sireneachtige geluiden die ze produceren om hun eigen territorium af te bakenen. Ze kwamen tot op 200 meter van de boomhut. Dit zijn de momentjes ook dat we een camerazoomlens missen. Het hoogtepunt van de boomhut was het douchemomentje tijdens zonsondergang. Het water was koud maar dat kon weinig boeien, want het uitzicht was adembenemend: echt een genietmomentje! Na drie dagen waren we goed kapot van alle hikes en de hoge luchtvochtigheid in de jungle. Na weer een nachtje in Huoay Xai pakten we ’s ochtendsvroeg de tweedaagse slowboat. Van de vijftig passagiers waren we met twintig andere backpackers dus het waren twee gezellige dagen. Met dezelfde groep zijn we ook gaan bowlen in Luang Prabang, een populaire bezigheid als alle barren en restaurants moeten sluiten. Doordat het centrum van de stad op de UNESCO lijst staat mogen ze niet langer open zijn dan 23:00. Het bowlingcentrum ligt er iets buiten en blijft dus een stuk langer open. Naarmate de avond vorderde, hoe slechter het bowlen verliep. Gelukkig kon Guido er nog minder van dus dat was dan wel weer vermakelijk. 🎳 Dat Luang Prabang een stad is merk je eigenlijk niet, het voelt meer aan als een uitgestrekt dorp. Laos is vroeger een Franse kolonie geweest en dat zie je nog wel goed terug: bakkerijen met croissants en baguettes, boutique hotels en veel te dure Franse restaurants met ganzenlever en ratatouille. Gelukkig zijn er ook genoeg tentjes waar je tussen de locals voor € 1,50 een goeie Laotiaanse maaltijd hebt. Om de omgeving te verkennen hebben we een scooter gehuurd waarbij je binnen een dag alles wel gezien kan hebben. We zijn naar de watervallen gegaan en om af te koelen en te gaan hiken. Ten opzichte van vijf jaar geleden merk ik dat Laos enorm toeristisch is geworden. Het zijn vooral de busladingen vol met Chinezen die je overal ziet. Onder het mom van ‘snel foto’s maken en weg’. Als je net wat verder loopt dan vind je gelukkig nog wel de rustige plekjes voor jezelf. Na vier dagen Luang Prabang pakken we een minibusje naar de hoofdstad Vientiane. In tegenstelling tot andere hoofdsteden is hier eigenlijk maar weinig te beleven. Een stad zonder attracties en mooie gebouwen. Toch verblijven we hier twee nachten omdat we niet meer te veel onderweg willen zijn in een te korte tijd. Het feit dat je toch al zeven maanden op reis bent gaat er wel in zitten dus doen we het op een relaxt tempo. Gelukkig heb je in elke stad wel goeie koffietentjes waar je heerlijk in de airco dingen kan uitzoeken, schrijven of Netflixen. Daarnaast was er een tentje wat de echte Nederlandse kapsalon verkocht, m’n ‘culinaire’ hoogtepuntje in deze stad. Omdat Vientiane tegen de grens aan ligt duurde het enkel een uurtje om de grens met Thailand over te gaan. Vanuit het plaatsje Nong Khai hadden we de nachttrein geboekt naar Bangkok, een weerzien met een fijn verleden. 🇹🇭 💰💷 Valuta: Laotiaanse Kip (LAK) 🛌🛀🏼 Overnachting in Luang Prabang +/- € 11 🍻🍺 Biertje : € 1,00 🍽🥘 Lokale maaltijd: € 1,50 - 2,00
  1. A Z I Ë
  2. Louangphrabang