Muang Khua, Laos - Polarsteps

Laatste blog eindigde bij de ‘UXO Lao visitor center’. Die ochtend terwijl we onze spullen aan het inpakken waren merkte ik dat ik me niet zo goed voelde en Q had last van zijn buik. We maakte kort een opmerking dat het misschien wel slim zou zijn om te blijven maar dat wuiven we snel weer weg. We zijn lang genoeg op één plek gebleven. Dus als we onze was hebben opgehaald en de visitor center hebben bezocht verlaten we Luang Prabang. Het is warm en we hebben al snel honger dus als we de stad uit zijn gaan we al snel opzoek naar een plek om te eten. Als we daar zitten merk ik hoe leeg ik me voel. Geen energie en langzaam voel ik spierpijn opkomen en gaan mijn hoofd, oren en keel pijn doen. We fietsen door maar gaan langzaam. We stoppen die dag vroeg en vragen bij een restaurant aan de Nam Ou rivier of we die avond onze tent daar mogen opzetten. Ze vinden het geen probleem wat een opluchting is. We hoeven nergens meer heen. Na een slechte nacht door de vrachtwagens die langsscheuren pakken we alles in en fietsen door. Vandaag hebben we wat meer hoogte meters te maken. Ik zet mijn verstand op nul en we fietsen door. Ook vandaag komen we niet heel ver en besluiten naar een guesthouse te gaan. Uiteindelijk kost het ons vier dagen om naar Nong Khiao te fietsen waar we denken goed uit te kunnen zieken omdat je daar alle voorzieningen dicht bij elkaar hebt. Normaal gesproken hadden we dit in anderhalve dag kunnen fietsen. Eenmaal in Nong Khiao stort ik helemaal in. Ik ben rillerig, koud, moe en mijn hele lichaam doet pijn. Maar we hebben een fijn bamboe hutje, met het beste bed tot nu toe en een restaurant waar Q eten kan afhalen met een mondkapje op. Na een aantal dagen op bed liggen ben ik langzaam beter aan het worden en Q is later ook ziek geworden dus kon ik voor hem zorgen. Zo blijven we een hele week in Nong Khiao waarvan we de laatste twee dagen rustig de omgeving ontdekken. We stellen onszelf op de proef met een wandeling naar een prachtig uitkijkpunt waarvan ik de volgende dag flinke spierpijn in mijn benen heb maar desondanks vertrekken we op de fiets richting Muang Khua. We weten van te voren niet helemaal wat er op ons pad gaat komen. We hadden wel gezien dat we een weg gaan volgen die niet geasfalteerd is. Uiteindelijk blijkt het de zwaarste weg dat we tot nu toe in onze reis hebben genomen. Dus geen tijd om ons slap te voelen na een week op bed maar doorzetten en alle energie inzetten dat we hebben. Het is 80 km over onverharde weg en we doen er drie dagen over. Met weinig pauze en alles geven doen we met moeite 30 km op een dag. We komen in de meest afgelegen dorpjes, we fietsen over de steilste paden van zand en steen, we fietsen door riviertjes en worden beloond met de mooiste uitzichten. Één avond worden we uitgenodigd door een familie. Ze hadden ons eerder al aangesproken toen ze op de scooter langsreden. De man spreekt een paar woorden Engels maar heeft het idee dat hij met ons wel een gesprek kan voeren. Het is lastig begrijpen wat hij bedoelt maar desondanks leuk om er te zijn en een kijkje te nemen in het leven van iemand in een klein dorp. Ze wonen in het grootste en meest luxe huis van het dorp. Alles is van hout gemaakt behave hun huis. Deze is van steen. S’avonds eten we samen op de grond, we zitten om een zilver dienblad die iets van de grond staat. We eten stickyrice, gekookte groente en ratten stoofpot. Het is smaakvol maar het vlees is taai. Het zoontje legt uit dat ze de ratten vangen in de bergen en ze laten een rattenvanger zien gemaakt van bamboe. We slapen die avond in de tent naast het huis. Soms als we ergens stoppen komen kinderen met hun Engels lesboek bij ons zitten en laten ze zien wat ze al weten. Dan lopen we alles met ze na en spreken we woorden voor ze uit als ze niet weten hoe. We kunnen niet altijd eten vinden maar als we in een dorpje vragen waar we eten kunnen vinden neemt een man ons meteen mee naar zijn huis en krijgen we eten voorgeschoteld. Als we bij een dorpje aankomen waar echt bijna niks is en we bijna geen water meer hebben vragen we of we een fles kunnen vullen. Ze halen een jerrycan uit hun huis die ze zelf ergens vullen en met de scooter hier heen brengen en vullen ze onze fles. Met schuldgevoel bedanken we ze en fietsen we weer door. Het waren drie hele bijzondere dagen. Momenten waar de tranen in de ogen stonden omdat je mentaal het even niet meer zag zitten. Er komen gedachten in ons hoofd als ‘hoe komen we ooit de andere kant’ als we hele stukken moeten lopen terwijl we de fiets met moeite omhoog geduwd krijgen. Maar het is ook zo’n overwinning wanneer je dan verder bent en de prachtige uitzichten ziet en wel weer kunt fietsen. Het was zo’n ervaring om de afgelegen dorpjes te zien. En leuk om de reacties te zien van de mensen als ze een “Falang” (buitenlander) zien. De kinderen die achter ons aan rennen, verlegen worden en heel soms ook bang met tranen in hun ogen. Ja ook dat hoort erbij helaas. Met een troostende glimlach en een zwaai gaan we dan maar snel door. We hebben het asfalt bereikt en hebben zo veel meer respect gekregen voor verharde wegen. Ze maken ons leven zo veel makkelijker. Ook al was het wel fijn om even geen auto’s tegen te komen voor een paar dagen. Maar we zijn weer in bewoonde wereld en gaan naar een guesthouse om al het stof van ons af te wassen!
  1. NinaKaptein
  2. Travelling by pedalling
  3. Muang Khua