Púng Luông, Vietnam - Polarsteps

We fietsen richting de grens van Vietnam. We zijn maar kort in Laos geweest en een gedeelte van die tijd zijn we ziek geweest dus het is lastig dit land te doorgronden maar we hebben genoten van de korte tijd dat we er zijn geweest. De mensen in Laos leven dicht bij de natuur. Ze werken hard maar ondertussen hangt er een ontspannen sfeer. Alles lijkt hier trager te gaan. Wij hebben geen haast en hoeven nergens te zijn dus passen ons gemakkelijk aan. We zien hoe de mensen werken. Ze drogen graspluimen voor de export naar China om bezems van te maken, ze drogen chili en wier wat ze uit de rivieren vissen om het uiteindelijk te frituren en te eten. Ze dragen zware zakken rijst aan een touw over hun hooft, en rieten manden op hun rug met de pluimen die ergen anders te drogen liggen of andere producten zoals rijst. We zien mensen wonen in houten huizen, ze koken op open vuur, wassen zichzelf en hun kleren in de rivier of hebben een gemeenschappelijke kraan in het dorp. De mensen hebben vaak hun eigen moestuin soms vlak naast een drukke weg waar vrachtwagens overheen sjezen. De meeste mensen hebben kippen scharrelen in hun tuin en mensen in de bergen vangen ratten met een rattenvang van bamboe voor het avondeten. We zien armoede. Kinderen in verscheurde vieze kleding en als we ze dan een banaan of mandarijn aanreiken terwijl wij aan het eten zijn grissen ze het uit onze handen. We zien afvalhopen aan de kant van de weg die in brand gestoken worden. Het liefst houden we onze adem dan zo lang mogelijk in maar als je aan het fietsen bent hap je toch wel weer voor adem. Laos heeft prachtige natuur, de mensen zijn vriendelijk en de kinderen rennen of fietsen achter ons aan… Falang, Falang!! Sabaidee, Sabaidee!! (Buitenlander! Hallo!) We gaan de grens over Vietnam in. Aan de ene kant met nu al een beetje heimwee naar Laos en aan de andere kant verheugen we ons op weer een nieuw land met weer een nieuwe cultuur, keuken en taal. Weer zoveel te ontdekken. We dalen een heel stuk af want de grens lag op 1200 meter hoogte. We worden meteen verwelkomd door groene rijstvelden en mooie uitzichten. Alles lijkt in eerste instantie uitgestorven. We fietsen door en ontmoeten onderweg Jimmy. Hij komt uit Australie en is op de fiets aan het reizen door zuid-oost Azië. We fietsen een stuk samen naar de volgende stad om daar een simkaart te regelen, wat te eten en een slaapplek te zoeken. Terwijl we een slaapplek regelen ontmoeten we nog een fietser, John uit Amerika. Die avond eten we samen wat en nemen afscheid want de volgende dag gaat iedereen weer zijn eigen kant op. Terwijl we de stad in fietste moesten we wennen aan alle prikkels. Hier is het totaal niet uitgestorven. Zoveel verkeer en iedereen toetert om aan te geven dat ze er zijn. Overal is neonlicht, uithangborden, veel kleuren en vlaggetjes. Sinds 21 Januari is het TET (Tết Nguyên Đán) Vietnamees nieuw jaar, wat niet heel anders is dan Chinees nieuw jaar. Het valt op de dag dat de eerste nieuwe maan van het jaar er is. Dit jaar is het, het jaar van de konijn. Afgelopen jaar was het, het jaar van de tijger. Wij zijn de 25 ste het land binnen gefietst maar we zullen merken dat de Vietnamezen het nog dagen zullen vieren. Overal is er harde muziek, mensen zijn dronken, er word snoep uitgedeeld, er zijn bomen in bloesem versierd met lichtjes in de huizen. Ook in de kleinste dorpen word er harde muziek gedraaid. We fietsen door prachtige natuur en rustgevende mooie plekken maar fietsen dan weer een dorp binnen waar er feest gevierd word. Mensen willen ons er graag bij hebben en trekken ons bijna van de fiets af als ze ons vastpakken. We kunnen er om lachen maar zijn ook wel weer blij als we de rust weer vinden buiten het dorp. Natuurlijk is dat niet in elk dorp het geval. De meeste mensen roepen en zwaaien naar ons en sommigen wuiven ons naar binnen. Normaal gesproken zouden we niet zo snel nee zeggen tegen een uitnodiging maar aan zoveel mensen bij elkaar die geen Engels spreken waarvan grotendeels dronken is hebben we even geen behoefde. Dus we zwaaien lachend terug, zeggen ‘ Xin Chao’ (hallo) en fietsen door. Ook worden we vaak gestopt voor selfies. Groepen mensen komen om ons heen staan en willen één voor één een selfie. Heel af en toe krijgen we er ook wat voor terug. Twee jongens op een scooter vragen om een selfie dus stoppen we en gaan met hun op de foto. Even later als we aan het fietsen zijn komen die zelfde jongens op de scooter terug met twee flesjes icetea. Sowieso hebben we sinds we in Vietnam zijn al zoveel morgen ontvangen aan eten en drinken. Het zijn prachtige dagen, we maken heel wat hoogte meters en het zijn pittige stijle klimmen maar het is het helemaal waard
  1. NinaKaptein
  2. Travelling by pedalling
  3. Púng Luông